7 September 2014 17:00 | Stadsschouwburg
Vrede is een Workshop voor iedereen toegankelijk: de bijdrage van religies
Dit jaar is de pelgrimstocht voor “Het Gebed voor Vrede”, die van start ging in 1986 in Assisi, een katholieke heilige plaats in Italië, naar Antwerpen in België gekomen. Religieuze leiders van over de gehele wereld samen met belangrijke politieke leiders, zoals presidenten en eerste ministers van verschillende landen en burgemeesters van verschillende steden, zijn hier voor deze openingsceremonie samengekomen. Het is voor mij een grote eer om hier een openingstoespraak te mogen houden en ik zou graag mijn oprechte waardering uitspreken voor de voorzitter en alle deelnemers.
Onnodig te zeggen dat het dit jaar 100 jaar geleden is dat de Eerste Wereldoorlog begon; de meest verschrikkelijke oorlog die de mensheid tot dan toe ervaren had. Er wordt gezegd dat het aantal dodelijke slachtoffers tot meer dan 37 miljoen opliep; en tijdens deze oorlog, die vier jaar duurde, was een nooit gezien aantal gewonden te betreuren. Alhoewel de belangrijkste veldslagen plaatsvonden in Europa, werd het grote aantal slachtoffers veroorzaakt door het feit dat het slagveld zich niet beperkte tot één regio, zoals in andere oorlogen en conflicten voorafgaand aan WO I, maar zich uitstrekte over Afrika, het Midden-Oosten, Oost-Azië, en het gebied van de Stille Oceaan, de Atlantische en de Indische Oceaan. Verder werden sinds WOI wapens voor massavernietiging geïntroduceerd en begon men zware tanks te gebruiken, vliegtuigen, machinegeweren, gifgas en dergelijke. De oorlog, die ooit een gevecht was tussen militairen, veranderde zodat hele naties er voortaan bij betrokken werden. Niet alleen de soldaten maar ook niet-soldaten werden gemobiliseerd om deel uit te maken van het militair industrieel complex. De oorlog werd voortaan een aangelegenheid waarbij de hele natie betrokken werd. Als gevolg hiervan werd het verschil kleiner tussen strijder en niet-strijder en nam het aantal slachtoffers toe.
Omdat de oorlog zulke tragiek voortbracht, ontstond het gezegde “Oorlog om oorlogen te beëindigen”, want de mensen hoopten dat WO I de laatste oorlog zou zijn. Daarom werd in 1920 de Volkerenbond opgericht, ten einde oorlogen en conflicten te voorkomen.
Desondanks brak twintig jaar later, in 1939, de Tweede Wereldoorlog uit. Zoals iedereen wel weet was de tragedie van deze oorlog nog groter dan deze van WO I. Het aantal dodelijke slachtoffers wordt geschat tussen de 50 en de 80 miljoen. De verfijning van de wapens voor massavernietiging ging voort. Chemische wapens, biologische wapens en het ultieme wapen, de atoombom, verschenen. Atoombommen werden gedropt op Hiroshima en Nagasaki in Japan.
Na WO II kwam er, omdat men zich bewust was van het falen van de Volkerenbond, een grotere globale samenwerking tussen de landen. De Verenigde Naties werden in 1945 opgericht. Bij de oprichting waren er slechts 51 lidstaten, maar op dit ogenblik zijn er 193 landen die lid zijn. Dit is het gevolg van globalisatie: het resultaat van de sterkere wederzijdse verbanden op gebied van politiek, economie, militaire aangelegenheden en cultuur. Van de andere kant is dit ook het gevolg van scheiding, niet van eenmaking, zoals het ontstaan van een nieuwe land na de onafhankelijkheid uit de kolonisatie, of het creëren van een afzonderlijk onafhankelijken landen voor welbepaalde etnische groepen.
Alhoewel de mensen tweemaal een gruwelijke oorlog hebben ervaren, gaan de regionale conflicten gewoon verder. Deze conflicten worden dikwijls “koude oorlog” genoemd of een surrogaat-oorlogen tussen militaire allianties. De globalisatie heeft de mensen trouwens sterker bewust gemaakt van onderlinge verschillen, wat politieke frictie en oppositie creëert tussen verschillende etnische groepen. Wrijvingen en confrontaties hebben zich op vele plaatsen ontwikkeld tot conflicten, terroristische activiteiten en burgeroorlogen. Het is triest dit te moeten toegeven maar de geschiedenis van de mensheid is een geschiedenis van conflict. In het begin van de twintigste eeuw was de slachtofferratio bij soldaten en niet-soldaten: acht op één. Het verschrikkelijke is dat het aantal slachtoffers onder de burgers is toegenomen, en sinds 1990 is de verhouding totaal omgeslagen. Vandaag gaat het om één strijder tegenover acht niet-strijders. Het is niet overdreven te zeggen dat eens een oorlog uitbreekt, burgers de eerste slachtoffers zullen zijn; van zodra een oorlog in de moderne samenleving uitbreekt, kunnen burgers niet vermijden erbij betrokken te raken en de kans dat zij er slachtoffer van worden, is bijzonder groot. We moeten ons hier in dit honderdste jaar na WO I bijzonder sterk bewust zijn. Er zijn conflicten gaande In verschillende streken van de wereld van vandaag. We kunnen het vuur van de strijd niet in ogenschouw nemen als we kijken naar de vuren op de andere oever. Wij moeten ons intens inzetten om oorlog te voorkomen. Daarom moeten wij leren dat de opbouw van de vrede opbouwen de plek is waar ze moeten werken. En deze werkplek staat open voor ieder van ons.
Het handvest van Unesco wijst erop ‘... dat onwetendheid van elkaars gewoonten en leven een gemeenschappelijke oorzaak is geweest, doorheen de geschiedenis van de mensheid, van de achterdocht en het wantrouwen tussen de volkeren van de wereld waardoor hun geschillen al te dikwijls eindigden in oorlog.’ Religieuze leiders die verlangen naar vrede zijn daarom verder gegaan dan hun religies en hebben het onderlinge begrip uitgediept door interreligieuze dialoog en door plaatsen als deze voor de dialoog aan hun landgenoten aan te bieden.
Onder het impuls van wijlen Paus Johannes-Paulus II werd in Assisi in Italië in 1986 de “Werelddag van Gebed voor Vrede” gehouden. Het was een ruimte die werd gedeeld niet alleen door leiders van wereldreligies zoals het christendom, de islam en het boeddhisme maar tegelijk ook door leiders van etnische religies van Azië, Afrika, Amerika en elders, die samenkwamen om te bidden voor de wereldvrede. De gemeenschap van Sant’Egidio is voortgegaan op die open geest door mogelijkheden voor interreligieuze dialoog op verschillende plaatsen in Europa te creëren en vele volkeren de mogelijkheid te bieden aan vrede te bouwen. Van de andere kant werd de geest van Assisi ook doorgegeven in het Oosten. In 1987 werd de ‘Topontmoeting van wereldgodsdiensten’ gehouden op de Hiei-berg, een boeddhistische heilige plaats in de buurt van Kyoto, een belangrijke Japanse stad. Daar werd voor vrede gebeden. Deze gebedsbijeenkomst voor de wereldvrede wordt elk jaar op 4 augustus gehouden, en we hebben de kinderen geleerd hoe belangrijk het is te werken voor vrede voor de komende generaties. Wij pleiten er ook voor dat een bijeenkomst zoals dit “Gebed voor Vrede” over de hele wereld zou plaatsvinden, telkens weer opnieuw, zodat we over onze onze religieuze verschillen heen kunnen werken.
De Wereldraad Religie voor Vrede (WCRP), in 1970 opgericht, biedt een werkplaats voor vrede waaraan vele mensen kunnen meewerken. Op initiatief van de jeugdgroep bijvoorbeeld had in 2009 gedurende twee maanden een ‘Wapens neer!’-campagne plaats. Gedurende door deze ‘Wapens neer!’-campagne lanceerden zij een oproep tot het publiek voor de vernietiging van de kernwapens en een vermindering van militaire macht. Bovendien was er een handtekeningencampagne om geld te besparen door militaire uitgaven te verminderen en dit geld te gebruiken om de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties te verwezenlijken. Op het einde van deze campagne, in oktober 2011, legde de vertegenwoordiger van het Jeugdcomité van WCRP een bundel voor aan de Verenigde Naties dat 20.102.746 handtekeningen bevattem waarvan tien miljoen afkomstig van Japan.
Wij moeten zoals in dit voorbeeld altijd voor ogen houden dat het door met verschillende religies samen te werken mogelijk is gelegenheden te scheppen voor vele mensen om vrede te zien en eraan te werken.
In het Oude Griekenland werd de ‘andere’ etnische groep barbaroi genoemd, en in het Oude India was dit mleccha. In beide gevallen betekent dit ‘een barbaar die een onverstaanbare taal spreekt’. Deze houding beperkt zich niet tot een ver verleden, maar bestaat ook nog in de moderne tijd. Wij hebben de neiging vreemde culturen te negeren of erop neer te kijken in plaats van ze te respecteren. Dit is te wijten aan onwetendheid en speelt een rol in de ontwikkeling van conflicten.
De Unesco wijst er in haar handvest op dat ‘ ... omdat oorlog begint in de geesten van de mensen, het in de geesten van de mensen [is] dat de verdediging van de vrede moet worden uitgebouwd.’ Ten einde deze verdediging van de vrede uit te bouwen, is de vredesopvoeding van de jeugd van onschatbaar belang. Vooral om kinderen te leren edelmoedig en breeddenkend te zijn, is vredesopbouw onmisbaar. Een Amerikaanse opvoedster, Dorothy Law Nolte, zei ooit: ‘Als kinderen leven met vijandelijkheden, dan leren zij vechten. Als kinderen leven met kritiek, dan leren zij veroordelen. Als kinderen leven met verdraagzaamheid, dan leren zij geduld. Als kinderen leven met aanvaarding en vriendschap, dan leren zij in de wereld liefde vinden, enzovoort.
Vrede is als een zware wagon op een steile heuvel. Iedereen duwt de wagon heel hard de heuvel op. Maar als niet iedereen even hard duwt, of als iemand niet oplettend is, dan zal de wagon onmiddellijk naar beneden rollen. Laat ons onze krachten bundelen om de wagon van de vrede naar boven te duwen, al is het maar een klein beetje.
Heel erg bedankt voor het luisteren.