Dames en heren, beste vrienden,
Tot de Europese Unie behoren, betekent eerst en vooral; het aanhangen van fundamentele waarden. Waarden zoals mensenrechten, vrede, rechtvaardigheid, vrijheid, tolerantie, verantwoordelijkheid, solidariteit en vriendschap.
Ja, ik zei ‘vriendschap’ – en ik besef best dat sommigen onder jullie verrast zijn dit woord in een politieke context te horen. Maar laat ons niet vergeten dat het eerste Frans-Duitse naoorlogse verdrag het ‘Verdrag van de Vriendschap’ werd genoemd.
Liefde, vriendschap, tolerantie, vergeving en vrede.
En het lijkt me dat het woord ‘vrede’ - de waarde van ‘vrede’ - nog het best de essentie samenvat van het Europese project waaraan we sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zo hard gezwoegd hebben.
Uiteindelijk is het bereiken, behouden en ontwikkelen van de vrede een voortdurend gevecht. Een strijd die we elke dag opnieuw moeten voeren.
President Mitterrands uitspraak is nog altijd actueel: "Le nationalism, c'est la guerre" (“Het nationalisme, dat is oorlog”). Hij bedoelde het radicale nationalisme: wanneer de glorie van een natie boven de rest geplaatst wordt. We moeten dit vandaag voor ogen blijven houden als we stilstaan bij de agressie en de dodentol in Oekraïne.
Zoals Paus Franciscus eerder dit jaar in juni zei toen hij Shimon Peres en Mahmoud Abbas in het Vaticaan verwelkomde – ik citeer de Heilige Vader:
“Vrede stichten vraagt moed, veel meer dan voor het maken van oorlog. Het vraagt moed om ‘ja’ te zeggen tegen de ontmoeting en ‘neen’ tegen het conflict, ‘ja’ tegen dialoog en ‘neen’ tegen geweld; ‘ja’ tegen onderhandelingen en ‘neen’ tegen vijandelijkheden; ‘ja’ tegen respect voor gemaakte overeenkomsten en ‘neen’ tegen provocaties; ‘ja’ tegen oprechtheid en ‘neen’ tegen hypocrisie. Dit alles vraagt om moed, kracht en vastberadenheid” (einde citaat).
Dit is nu nóg meer het geval dan voor deze tragische zomer met gruweldaden zoals het neerhalen van een passagiersvliegtuig of de barbaarse wreedheid in Irak en Syrië.
Moed, kracht en vastberadenheid: dat is de ‘raison d'être’ (de bestaansreden) van de Europese Unie.
Want als er één waarde aan de basis ligt van het voortduren van de Europese Unie, dan is het de vrede.
Na meer dan 1500 jaar van broederoorlogen, een eindeloze lijst van opeenvolgende verdragen die steeds weer verbroken werden en de vernietiging van Europa en de dood van een tiental miljoen mannen en vrouwen in twee wereldoorlogen, was het via de vergeving, verzoening en samenwerking van en onder de volkeren van Europa dat Europa’s verrijzenis mogelijk werd.
Robert Schuman leidde ons op 9 mei 1950 symbolisch naar deze Europese renaissance.
Enkele maanden voor de verklaring zei Robert Schumann onomwonden dat: “vertrouwen tussen mensen niet kan worden opgelegd noch geïmproviseerd [...]. We kunnen dit alleen bekomen [zei hij] door samenwerking in een breder kader waarin sommigen onder ons onze welwillendheid laten zien. Dat kader is Europa." Want Europa is fundamenteel een genereus concept. Het gaat om de praktische implementatie van vergeving en verzoening.
Deze vrede kan niet beperkt blijven tot een woord.
Deze vrede kan alleen tot stand komen op basis van vertrouwen (“confiance" in het Frans, van "se fier à", wat "geloof hebben in” betekent). In Europa, maar ook elders, is dit een afgeleide van verzoening.
De verzoening, die gebaseerd is op vergeving, is een theologisch concept dat de stichters van het Europese project in de politieke sfeer hebben ingebracht. En wij hebben verzoening bereikt na oorlogen van een ongeziene wreedheid. Vergeving kwam er zoals de bekering na een calvarietocht. Verzoening is daarom één van de wortels van het Europese ‘samen-zijn’; in het Engels gebruiken we het mooie woord ‘togetherness’.
Dit impliceert ook dat we vrede gemaakt hebben met onszelf; er kan immers geen externe vrede zijn als we geen interne vrede vinden. Verzoening betekent natuurlijk niet dat we vergeten; de ontkenning van het verleden kan immers nooit leiden tot iets duurzaams.
Verzoend worden, is het verleden aanvaarden. Niet om het te begrijpen of om er een uitleg voor te vinden, maar om het te overstijgen. Dat is de enige manier om een blijvende vrede te bekomen. In het Westelijk deel van de Balkan wordt er momenteel aan gewerkt. De normalisatie van de relaties tussen Servië en Kosovo was een noodzakelijke voorwaarde voor een Servische kandidatuur voor lidmaatschap van de EU. Weten jullie het nog? Twee jaar geleden waren we in Sarajevo ook samen op een bijeenkomst van Sant’Egidio.
Als we duurzame vrede willen, moeten ze een stevige basis hebben. Je kan immers nooit vrede ‘forceren’, en al te vaak mislukken onderhandelingen omdat ze te weinig begrip tonen voor de oorspronkelijke uitgangspunten van de betrokkenen. We kunnen geen permanente vrede bereiken als wij niet in vrede leven – als wij het geweld in onszelf niet bannen.
Daarom moeten we voortdurend werken aan vredesverbanden, beginnend met onze eigen vrije wil, zonder onszelf of de anderen te bedriegen, door elke dag tekenen van respect te tonen, tekenen van liefde en gerechtigheid voor anderen en voor onszelf. Deze tekenen van respect zijn evenzeer daden van vrede.
We moeten mensen samenbrengen. In de ontmoeting leren mensen elkaar kennen en ontstaat er wederzijds respect.
Levinas had gelijk toen hij sprak over “le visage de l’autre” (“het gezicht van de ander”) en het ethische appel dat uit de ontmoeting daarmee groeit. De miljoenen jonge mensen die via het Erasmus uitwisselingsproject samenkomen, die zullen nooit eurosceptici worden.
Om vrede te ontwikkelen moet er een diep besef zijn van een gemeenschappelijk doel en gedeelde waarden. Hierin moet de Unie zijn rol ten volle spelen.
Want terwijl vrede een waarde op zich is, een waarde waarvan het ultieme verlengstuk de liefde is, is onze Unie is dat niet (in de zin dat het een doel op zich zou zijn dat we moeten bereiken). De Unie is slechts een middel, maar wel een heel doeltreffend middel, een middel dat de waarden dient waarvan het de garantie is; zij het waarden die dat middel tezelfdertijd ook overstijgen.
Tot op vandaag houdt de Unie niet op met groeien. Zij doet dat echter zonder een druppel bloed te vergieten. We zijn begonnen met z’n zessen, nu zijn we met achtentwintig en het verhaal is nog niet voorbij. Er is een wachtlijst. Denk aan de Europese vlaggen op Maidan in de winter van dit jaar.
Een bewijs van dit "nieuwe Europa" is de verkiezing van de Poolse premier als Voorzitter van de Europese Raad, vijfentwintig jaar na de val van de Berlijnse muur.
En de "nieuwe Lidstaten" kennen aan de waarde van de vrede in de Unie een groter belang toe dan de "oude Lidstaten" doen, die “oude Lidstaten” die helaas een beetje de lessen uit het verleden vergeten zijn.
Voor de "nieuwe Lidstaten" eindigde de Koude Oorlog pas in 1989, en voor de mensen op de Westelijke Balkan zijn burgeroorlog en genocide, jammergenoeg, nog altijd levende herinneringen.
Maar 'Opus justitiae pax': ‘Vrede is een werk van gerechtigheid’. Onze samenlevingen worden tegenwoordig geconfronteerd met toenemende armoede, werkloosheid en groeiende ongelijkheid. Dit gevoel effent het pad voor populisme, extremisme en anti-Europese gevoelens. Europa wordt door velen beschouwd als niet voldoende ‘zorgzaam en beschermend’ voor alle Europeanen.
We moeten deze balans in evenwicht krijgen. Het is van essentieel belang dat de Unie ook aan de beschermende kant staat; de Unie moet dringend niet langer gezien worden als voor in het voordeel van de bedrijven, maar ook van de werknemers; niet alleen de "verhuizers" onder hen maar ook de "blijvers". Rechtvaardigheid staat centraal in onze politieke en maatschappelijke debatten, want onrechtvaardigheid is een bedreiging voor een harmonieuze samenleving is. Het creëert antagonisme, vijand-denken, racisme. Daarom hebben we zo’n behoefte hebben aan meer economische groei en een eerlijkere verdeling van de inkomsten. Ik weet uit ervaring dat er geen pasklare oplossingen zijn, maar ik weet ook hoe groot de uitdaging is en wat de gevolgen zijn als we falen. Dit is nog meer het geval op wereldschaal. De armoede en extreme armoede in China, India, Zuid-Amerika is gedaald, maar is nog altijd te hoog. Religieus fanatisme is een gevolg, niet alleen maar ook, van armoede en van gebrek aan hoop. Religieuze conflicten zijn vaak slechts schijnbaar religieus. Trouwens, de EU is in zijn externe relaties vooral een zorgzame Unie, een echte 'zachte' macht.
Europa is niet perfect, maar wij staan wel in voor de helft van de ontwikkelingshulp in de wereld en we zijn de grootste donor van humanitaire hulp.
De Europese Unie drijft op de idée van de mogelijkheid en de noodzaak van solidariteit onder personen en volkeren, gebaseerd op de verantwoordelijkheid van elk voor zichzelf en voor wie christenen hun 'naaste' noemen, en die anderen, christenen trouwens soms ook, hun "broer” of kortweg de reizigende vreemdeling noemen...
Verantwoordelijkheid en solidariteit gaan hand in hand met rechten en plichten ten opzichte van anderen. Ik zou graag hebben dat dit in herinnering wordt gebracht van al wie een terugtrekking bepleit, van zij die Europa vanuit een versterkt egoïsme tot het uiterste testen.
Dit egoïsme uit zich niet alleen in de afnemende hulp aan anderen in moeilijkheden, maar ook door te weigeren om onze eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van anderen op te nemen.
In vrede leven, betekent leven in solidariteit met en verantwoordelijkheid voor anderen. Tijdens de crisis in de eurozone hebben we deze onderlinge afhankelijkheid aangevoeld. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje als we willen overleven.
Tot slot, laten we hopen dat we in de Unie in de toekomst kunnen blijven zeggen – ik parafraseer Aristide Briand, Frans minister in de jaren twintig en Nobelprijswinnaar:
"Ik zeg dat Europa zijn waarde niet verliest, noch komt zijn kracht in het gedrang, als het, vrij van alle imperialistische bedoelingen en alleen ideeën dienend van vooruitgang en menslievendheid, opstaat en zonder schoom voor het aangezicht van de wereld stelt: “Ik verklaar u de vrede."
Dank u.